Als trainer geef ik sta sterk trainingen aan kinderen en jongeren en thema
bijeenkomsten en workshops rond het thema pesten en sociale weerbaarheid. Onlangs gaf ik drie workshops aan leerlingen van groep 5 en 6.
Van de leerkrachten kreeg ik veel positieve feedback terug na de workshops. De leerkrachten zelf gaven aan dat in de oudergesprekken veel ouders het fijn bleken te vinden dat dit onderwerp behandeld werd en er ook een verslagje van te ontvangen. De methode die onze stichting Omgaan met Pesten hanteert wordt doorgezet in de groep. Mooi om te horen!
Workshop 1 - maandag:
- verschil plagen en pesten
- de functie van gevoelens en het voelen van grenzen
- complimenten
We hebben het gehad over wie kan pesten (iedereen), waar gepest kan worden (overal) en hoe gepest wordt.
Belangrijkste
boodschap is dat wij (stichting OMP) er van uitgaan dat de ontvanger voor
zichzelf bepaald of het plagen of pesten is. Dit is een persoonlijke ervaring. Het is belangrijk je eigen gevoel
serieus te nemen en je grenzen aan te geven wanneer je iets niet leuk of fijn
vind. Hoe je dit vervolgens effectief doet kun je leren.
Een
pestsituatie ontstaat vaak als er over iemands grens heen wordt gegaan (zich
bang, boos, verdrietig voelt) en diegene deze grens nog niet goed kan aangeven
of daar te lang mee wacht. Voor degene die een bepaalde macht voelt en dat
gevoel prettig vind is dit een aanleiding om door te gaan. De macht voelen
wordt versterkt door meelopers. Heel vervelend, maar het komt overal voor en
vooral op scholen. Alle rollen in een pestsituatie hebben iets te leren. Zij
hebben ons (volwassenen) hierbij nodig.
Als
afsluiting hebben we een complimenten kringspel gedaan. Complimenten zijn
ongelooflijk belangrijk voor je zelfvertrouwen. Je richten op je kwaliteiten
vergroot dit zelfvertrouwen. Jezelf elke dag een compliment geven is heel
belangrijk. Van een ander krijgen is nog leuker!
Workshop 2 – dinsdag:
- communicatie en lichaamstaal (ruimte innemen)
- stoplichtmethode (sub assertief gedrag / assertief gedrag / agressief gedrag)
- zeggen waar je last van hebt / eigen mening geven
Ik heb uitgelegd m.b.v. een
voorbeeldje wat het belang is van lichaamstaal. Zeggen ‘ik ben zo
gelukkig’ terwijl je zielig naar beneden kijkt, je
schouders laat hangen en een verdrietige stem hebt, dat geloof je niet. Als je
een boodschap wilt overbrengen aan de ander is het belangrijk dat alles klopt:
wat je zegt, hoe je het zegt en wat je uitstraalt met je lichaam en gezicht en
ogen (= lichaamstaal) en dit laatste blijkt het belangrijkst uit onderzoek.
We hebben het gehad over de
stoplicht methode van stichting omgaan met pesten. Kinderen konden goed
aangeven wat de verschillende kleuren betekenen. Groen is doorrijden, oranje is
een waarschuwing en rood is een duidelijk stopsignaal en als je door rood rijdt
krijg je vaak een botsing.
Mensen zijn net stoplichten.
Wij geven signalen af bij het aangeven van grenzen. Je kunt op een groene
manier je grenzen aangeven: met vaak een zwakke kleinmakende lichaamshouding,
zachte stem en weinig oogcontact. Je neemt weinig ruimte in. Dit is vaak niet
duidelijk voor de ander. De ander gaat door.
Je kunt op een rode manier je
grens aangeven: grootmakende lichaamshouding, aanvallend, uitdagend of kwaad
aankijken, dichtbij komen, veel ruimte innemen, schreeuwen etc.. Je komt héél
goed op voor je eigen grenzen, maar houd geen rekening met de ander. Gevolg is
vaak ruzie. En dat helpt je niet.
Omgaan met pesten leert
kinderen op een oranje manier voor zichzelf op te komen. Je geeft een
waarschuwing op een respectvolle manier. Als je oranje reageert sta je
stevig, draai je naar de ander toe, je kijkt serieus en geeft rustig en duidelijk
je eigen mening (in de ik-vorm). Ook kan je sterk weglopen na dit gedaan te
hebben. Dan laat je je niet verleiden tot een discussie, maar verlaat je de
situatie.
Dit hebben 4 kanjers in een rollenspelletje met mij voorgedaan. Zij
mochten iets zeggen over mijn hoed en ik liet vier reacties (groen, rood en 2x
oranje) zien.
Naderhand was er zelfs
bewustwording: “ik ben groen, geloof ik”. Dat is
mooi.
Workshop 3 - woensdag:
- herhaling plagen/pesten en stoplichtmethode
- rollen in de groep
- oplossen van pestprobleem
Vandaag hebben we plagen/pesten en het stoplicht
even herhaald. Kinderen mochten eerst nog even groen, rood en oranje
uitbeelden. Terugkomend op de vorige les. Daarna mochten ze sterk blijven staan
terwijl ik een duw gaf. Dit ging het tweede rondje heel goed.
Daarna hebben we vooral gepraat over de rollen
binnen een pestsituatie.
Er zijn verschillende rollen te onderscheiden:
·
De pester (zichtbaar en hoorbaar en de
verborgen pester)
·
Het slachtoffer (dit uit zich op 4 manieren in
gedrag)
·
De meeloper (actief meepesten en passief meepesten)
·
De aanmoediger (iemand die publiek verzamelt)
·
De buitenstaander (iemand die zich afzijdig houdt)
·
De helper (degene die voor iemand durft op te
komen, stelling neemt)
·
En de omstander (alle volwassenen er om heen)
Je bent je rol niet, je doet je rol. En wat je
doet, kun je veranderen. Ook neem je verschillende rollen aan in verschillende
situaties en bij verschillende personen of groepen. Het is altijd dynamisch.
De rol van helper is het sterkst. Dit is het
assertieve kind (of de assertieve volwassene bij de omstanders) Iemand die niet
bang is zijn eigen mening te geven en voor een ander op te komen op een
assertieve manier. Er zitten over het algemeen niet veel helpers in een klas. De assertieve kinderen
raken gedemotiveerd als ze merken er alleen voor te staan en niet geholpen te
worden. Zij dreigen dan de moed op te geven en buitenstaander te worden.
We zijn uiteindelijk in drie sub-groepjes beland en
hebben gepraat a.d.h.v. 3 tekeningen waarop een pestsituatie was afgebeeld. Wie
heeft welke rol en wat heeft elke rol (kind in dit geval) nodig om de
pestsituatie te doorbreken. Ook eigen ervaringen kwamen aan bod.
Stichting omgaan met pesten gaat ervan uit dat elke
‘rol’ een hulpvraag heeft, iets wat het kind kan leren. Bijvoorbeeld kan
je een kind dat pest inzicht geven in wat het gevolg is, wat het met de ander
doet. Kinderen die gepest worden kunnen leren zich weerbaarder op te stellen. Buitenstaanders
kun je leren meer verantwoordelijkheid te nemen. Meelopers kun je leren een
eigen mening te vormen. Omstanders kun je leren hoe te handelen bij hulpvragen.
Dit zijn maar enkele voorbeelden. Elke rol kan veranderen in een helper.
Doel van de stichting Omgaan met Pesten is om meer
helpers te creëren, zodat het pesten niet meer lonend wordt. Hoe minder mensen
er in meegaan, hoe sneller het pesten stopt. Vandaar dat o.a. de sociale
weerbaarheidstraining ‘Sta Sterk’ is ontwikkeld. (een assertiviteitstraining)
De stichting kan ook hulp op maat bieden in bijvoorbeeld een klas waar een
pestprobleem is en biedt ook thema-bijeenkomsten aan voor volwassenen.
Als afsluiting een tik spelletje: ik sta sterk. Voordat je getikt wordt,
moet je sterk gaan staan en dit hardop zeggen. Dan mag de tikker je niet meer
tikken. Een heerlijke georganiseerde chaos tot besluit.
Heeft u ook interesse in workshops voor uw leerlingen of heeft u als ouder/school interesse in de Sta Sterk training? Neem gewoon contact op en kijk voor meer informatie op de website Buro Welzijn.
Heeft u ook interesse in workshops voor uw leerlingen of heeft u als ouder/school interesse in de Sta Sterk training? Neem gewoon contact op en kijk voor meer informatie op de website Buro Welzijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten