dinsdag 28 oktober 2014

3 WORKSHOPS PESTEN EN SOCIALE WEERBAARHEID GROEP 5 EN 6

Als trainer geef ik sta sterk trainingen aan kinderen en jongeren en thema bijeenkomsten en workshops rond het thema pesten en sociale weerbaarheid. Onlangs gaf ik drie workshops aan leerlingen van groep 5 en 6.  

Van de leerkrachten kreeg ik veel positieve feedback terug na de workshops. De leerkrachten zelf gaven aan dat in de oudergesprekken veel ouders het fijn bleken te vinden dat dit onderwerp behandeld werd en er ook een verslagje van te ontvangen.  De methode die onze stichting Omgaan met Pesten hanteert wordt doorgezet in de groep. Mooi om te horen! 

Hieronder het verslag zoals dit ook aan de ouders is verstuurd.

Workshop 1 -  maandag:
  •        verschil plagen en pesten
  •        de functie van gevoelens en het voelen van grenzen
  •        complimenten
We hebben het over het verschil tussen plagen en pesten gehad en de kenmerken ervan, kinderen mochten n.a.v. situaties zelf kiezen tussen plagen, pesten of de twijfelhoek.
We hebben het gehad over wie kan pesten (iedereen), waar gepest kan worden (overal) en hoe gepest wordt.
Belangrijkste boodschap is dat wij (stichting OMP) er van uitgaan dat de ontvanger voor zichzelf bepaald of het plagen of pesten is. Dit is een persoonlijke ervaring. Het is belangrijk je eigen gevoel serieus te nemen en je grenzen aan te geven wanneer je iets niet leuk of fijn vind. Hoe je dit vervolgens effectief doet kun je leren.

Een pestsituatie ontstaat vaak als er over iemands grens heen wordt gegaan (zich bang, boos, verdrietig voelt) en diegene deze grens nog niet goed kan aangeven of daar te lang mee wacht. Voor degene die een bepaalde macht voelt en dat gevoel prettig vind is dit een aanleiding om door te gaan.  De macht voelen wordt versterkt door meelopers. Heel vervelend, maar het komt overal voor en vooral op scholen. Alle rollen in een pestsituatie hebben iets te leren. Zij hebben ons (volwassenen) hierbij nodig.

Als afsluiting hebben we een complimenten kringspel gedaan. Complimenten zijn ongelooflijk belangrijk voor je zelfvertrouwen. Je richten op je kwaliteiten vergroot dit zelfvertrouwen. Jezelf elke dag een compliment geven is heel belangrijk. Van een ander krijgen is nog leuker!


Workshop 2 – dinsdag:


  •          communicatie  en lichaamstaal (ruimte innemen)
  •          stoplichtmethode (sub assertief gedrag / assertief gedrag / agressief gedrag)
  •          zeggen waar je last van hebt / eigen mening geven

Ik heb uitgelegd m.b.v. een voorbeeldje wat het belang is van lichaamstaal. Zeggen ‘ik ben zo gelukkig’ terwijl je zielig naar beneden kijkt, je schouders laat hangen en een verdrietige stem hebt, dat geloof je niet. Als je een boodschap wilt overbrengen aan de ander is het belangrijk dat alles klopt: wat je zegt, hoe je het zegt en wat je uitstraalt met je lichaam en gezicht en ogen (= lichaamstaal) en dit laatste blijkt het belangrijkst uit onderzoek.

We hebben het gehad over de stoplicht methode van stichting omgaan met pesten. Kinderen konden goed aangeven wat de verschillende kleuren betekenen. Groen is doorrijden, oranje is een waarschuwing en rood is een duidelijk stopsignaal en als je door rood rijdt krijg je vaak een botsing.

Mensen zijn net stoplichten. Wij geven signalen af bij het aangeven van grenzen. Je kunt op een groene manier je grenzen aangeven: met vaak een zwakke kleinmakende lichaamshouding, zachte stem en weinig oogcontact. Je neemt weinig ruimte in. Dit is vaak niet duidelijk voor de ander. De ander gaat door.
Je kunt op een rode manier je grens aangeven: grootmakende lichaamshouding, aanvallend, uitdagend of kwaad aankijken, dichtbij komen, veel ruimte innemen, schreeuwen etc.. Je komt héél goed op voor je eigen grenzen, maar houd geen rekening met de ander. Gevolg is vaak ruzie. En dat helpt je niet.

Omgaan met pesten leert kinderen op een oranje manier voor zichzelf op te komen. Je geeft een waarschuwing op een respectvolle manier.  Als je oranje reageert sta je stevig, draai je naar de ander toe, je kijkt serieus en geeft rustig en duidelijk je eigen mening (in de ik-vorm). Ook kan je sterk weglopen na dit gedaan te hebben. Dan laat je je niet verleiden tot een discussie, maar verlaat je de situatie.

Dit hebben 4 kanjers in een rollenspelletje met mij voorgedaan. Zij mochten iets zeggen over mijn hoed en ik liet vier reacties (groen, rood en 2x oranje) zien.  
Naderhand was er zelfs bewustwording: “ik ben groen, geloof ik”. Dat is mooi.


Workshop 3 - woensdag:


  •     herhaling plagen/pesten en stoplichtmethode
  •     rollen in de groep
  •     oplossen van pestprobleem

Vandaag hebben we plagen/pesten en het stoplicht even herhaald. Kinderen mochten eerst nog even groen, rood en oranje uitbeelden. Terugkomend op de vorige les. Daarna mochten ze sterk blijven staan terwijl ik een duw gaf. Dit ging het tweede rondje heel goed.

Daarna hebben we vooral gepraat over de rollen binnen een pestsituatie.

Er zijn verschillende rollen te onderscheiden:
·         De pester  (zichtbaar en hoorbaar en de verborgen pester)
·         Het slachtoffer (dit uit zich op 4 manieren in gedrag)
·         De meeloper (actief meepesten en passief meepesten)
·         De aanmoediger (iemand die publiek verzamelt)
·         De buitenstaander (iemand die zich afzijdig houdt)
·         De helper (degene die voor iemand durft op te komen, stelling neemt)
·         En de omstander (alle volwassenen er om heen)

Je bent je rol niet, je doet je rol. En wat je doet, kun je veranderen. Ook neem je verschillende rollen aan in verschillende situaties en bij verschillende personen of groepen. Het is altijd dynamisch.

De rol van helper is het sterkst. Dit is het assertieve kind (of de assertieve volwassene bij de omstanders) Iemand die niet bang is zijn eigen mening te geven en voor een ander op te komen op een assertieve manier. Er zitten over het algemeen niet veel helpers in een klas. De assertieve kinderen raken gedemotiveerd als ze merken er alleen voor te staan en niet geholpen te worden. Zij dreigen dan de moed op te geven en buitenstaander te worden.

We zijn uiteindelijk in drie sub-groepjes beland en hebben gepraat a.d.h.v. 3 tekeningen waarop een pestsituatie was afgebeeld. Wie heeft welke rol en wat heeft elke rol (kind in dit geval) nodig om de pestsituatie te doorbreken. Ook eigen ervaringen kwamen aan bod.

Stichting omgaan met pesten gaat ervan uit dat elke ‘rol’ een hulpvraag heeft, iets wat het kind kan leren. Bijvoorbeeld kan je een kind dat pest inzicht geven in wat het gevolg is, wat het met de ander doet. Kinderen die gepest worden kunnen leren zich weerbaarder op te stellen. Buitenstaanders kun je leren meer verantwoordelijkheid te nemen. Meelopers kun je leren een eigen mening te vormen. Omstanders kun je leren hoe te handelen bij hulpvragen. Dit zijn maar enkele voorbeelden. Elke rol kan veranderen in een helper.
Doel van de stichting Omgaan met Pesten is om meer helpers te creëren, zodat het pesten niet meer lonend wordt. Hoe minder mensen er in meegaan, hoe sneller het pesten stopt. Vandaar dat o.a. de sociale weerbaarheidstraining ‘Sta Sterk’ is ontwikkeld. (een assertiviteitstraining) De stichting kan ook hulp op maat bieden in bijvoorbeeld een klas waar een pestprobleem is en biedt ook thema-bijeenkomsten aan voor volwassenen. 

Als afsluiting een tik spelletje: ik sta sterk. Voordat je getikt wordt, moet je sterk gaan staan en dit hardop zeggen. Dan mag de tikker je niet meer tikken. Een heerlijke georganiseerde chaos tot besluit. 

Heeft u ook interesse in workshops voor uw leerlingen of heeft u als ouder/school interesse in de Sta Sterk training? Neem gewoon contact op en kijk voor meer informatie op de website Buro Welzijn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten